Een tag-implementatie met Google Tag Manager (GTM) is snel, veilig en betrouwbaar. In dit blog laten we zien hoe jij Google Analytics installeert via GTM.
Google Tag Manager installeren in 5 stappen
In vijf stappen gaan we samen de Google Tag Manager installeren en koppelen aan Google Analytics. Zo creëren we een nieuw account en plaatsen we GTM op jouw website. Je zult zien dat het best wel eenvoudig is en weinig technische kennis vraagt.
Stap 1: Eerste account aanmaken
Voordat wij Google Tag Manager installeren, moeten we eerst een account aanmaken voor een nieuwe website in Google Tag Manager. Ga naar de website google.com/tagmanager en log in met een geldig Google-account. Klik vervolgens vanaf de Accountspagina op “Account maken”. Op de volgende pagina vul je de gegevens in van de website waar je GTM op wilt implementeren. Vul bij Accountnaam de naam van je bedrijf in en druk op “Doorgaan”.
In de volgende stap geef je een naam aan je container. Gebruik hiervoor de URL van je website. Bijvoorbeeld www.iq-leads.nl. Geef aan dat je container wordt gebruikt op het internet. Wanneer je een app wilt gaan tracken, moet je juist kiezen voor iOS of Android. Klik vervolgend op “Maken” om jouw account af te ronden.
Stap 2: Eerste tag aanmaken
Google Tag Manager geeft op dit moment al je containersnippet, maar deze hebben we voorlopig nog niet nodig. Sluit de pop-up en klik op “Nieuwe tag” linksboven om onze eerste tag aan te maken. In het volgende scherm kan je een product uitkiezen. Voor onze eerste tag kiezen we voor Google Analytics.
In de tweede stap krijg je de keuze tussen Google Analytics 4 en Universal Analytics. Nu we toch overstappen op Google Tag Manager is er geen enkele reden te bedenken om het oude Google Analytics te blijven gebruiken. Bovendien wordt deze langzaam uitgefaseerd en werkt Universal Analytics vanaf juli 2023 gegarandeerd niet meer.
Vul in de volgende stap het tracking-id van je Google Analytics 4-property in en kies het trackingtype “Paginaweergave”. Hiermee creëren we een standaard Google Analytics 4-trackingcode. Naast paginaweergave kun je hier o.a. ook gebeurtenissen en transacties kiezen. Deze zullen we in toekomstige blogs bespreken.
Om onze tag af te ronden, moeten we aangeven wanneer deze moet worden geactiveerd. Met andere woorden: wanneer deze “getriggerd” moet worden. Kies hiervoor de standaard trigger “Alle pagina’s”. Dit zorgt ervoor dat iedere pagina van onze website wordt gevuld met de Google Analytics paginaweergave-tag.
Kies een naam die duidelijk maakt wat de tag doet en wanneer deze wordt getriggerd. Bijvoorbeeld “GA – Pageview – All Pages”. Druk vervolgend op “Tag maken” en je eerste tag is een feit!
Stap 3: Tag verifiëren en controleren
We zijn bijna klaar met het implementeren van Google Analytics via Google Tag Manager. Om er zeker van te zijn dat onze tag goed werkt, gaan we hem eerst verifiëren en controleren op mogelijke problemen. Klik rechtsboven op het menu “Publiceren” en kies “Voorbeeld”.
Wanneer je nu je website bezoekt krijg je een extra weergave onderaan de pagina die aangeeft welke tags er worden getriggerd. Als het goed is zie je de door jouw zojuist aangemaakte tag onder het kopje “Tags Fired On This Page”. Wanneer dit niet het geval is, heb je waarschijnlijk de verkeerde trigger gekozen.
Op dit moment kun je teruggaan naar GTM en de voorbeeldmodus sluiten. Dit is het moment waarop je de oude Google Analytics Universal-trackingcode van je website kunt verwijderen. Doe je dit niet, dan krijg je straks dubbele data binnen.
Let erop: de GTM-code werkt niet samen met je oude code. Wanneer je gebeurtenissen of transacties meet, zul je ook deze code moeten vervangen voor tags.
Onder de loop
Is jouw Google Tag Manager goed ingesteld?
Onze SEO specialisten hebben een SEO checklist gemaakt waarmee jij zelf de resultaten van jouw SEO inspanningen kunt beoordelen.
Stap 4: Containersnippet implementeren en publiceren
Wanneer je jouw oude trackingcode hebt verwijderd, ben je helemaal klaar om de containertag te implementeren. Als je de code bij stap 2 niet hebt bewaard, kun je deze ophalen door te klikken op “Beheerder” > “Google Tag Manager installeren” in de Google Tag Manager interface.
Waarschijnlijk stond je oude Google Analytics-tag in de <head> van je website. De GTM-containertag moet op een andere plek worden geplaatst, namelijk net na de opening-tag: <body>. In de meeste gevallen werkt de code ook wanneer je deze in de <head> plaatst. Het is dan echter niet mogelijk om een koppeling met Google Search Console te maken via GTM.
Na het plaatsen van jouw containersnippet is het tijd om de Google Analytics tag-te publiceren. Klik weer rechtsboven op het menu “Publiceren” en kies nu voor “Publiceren”. In dit pop-up-menu zie je welke tags worden gepubliceerd en welke wijzigingen er worden gedaan. Klik op “Nu publiceren” en je eerste tag staat live!
Stap 5: Meten, meten, meten!
Nu je Google Tag Manager hebt geïnstalleerd en je eerste tag live staat, is het tijd om te meten of alles goed binnenkomt. Ga naar je Google Analytics-account en navigeer naar het rapport “Real-Time”. Hier zie je de bezoekers die op dit moment op je website aanwezig zijn.
Zie je geen bezoekers? Ga dan eerst na of je je eigen bezoek wegfiltert via je ip-adres. Dit is een aanbevolen handeling, maar zorgt ervoor dat je je eigen bezoek niet in Google Analytics te zien krijgt. Schakel dus voor korte tijd je filter uit, of wacht tot andere bezoekers op je website komen.
Een andere oorzaak kan zijn dat je een foutje hebt gemaakt bij het invullen van je tracking-id in je Google Analytics-tag. Zorgt ervoor dat het id exact overeenkomt met het tracking-id van het property dat je gebruikt.
Pro-tip: maak een variabele aan voor je tracking-id. Zo hoef je deze niet bij iedere tag opnieuw op te zoeken, maar vul je gewoon de naam van de variabele in.
